Van Kamerlid tot Minister: Fleur Agema onder vuur om ommezwaai in coronabeleid

Introductie:
In een onthullende reportage van Ongehoord Nederland (ON) TV komen opmerkelijke tegenstrijdigheden aan het licht rondom de huidige Minister van Volksgezondheid, Fleur Agema. Waar zij als Kamerlid nog kritisch was op het vervolgen van artsen die off-label medicatie voorschreven tegen COVID-19, lijkt zij als minister dat beleid voort te zetten. Haar gebrek aan kennis over lopende zaken en vermeende verantwoordelijkheid voor hoger beroep tegen artsen roept vragen op.

De casus van off-label medicatie
Tijdens de coronapandemie werden artsen zoals huisarts Rob Elens en bedrijfsarts Alexander van Walraven vervolgd door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) voor het voorschrijven van hydroxychloroquine (HCQ) en ivermectine. Deze middelen, off-label ingezet, werden verboden ondanks dat artsen claimen positieve resultaten te hebben geboekt. Volgens van Walraven ging het om een "cowboyoperatie" waarbij medicijnen via alternatieve wegen werden verspreid. "We zagen patiënten opklaren," zegt hij.

De IGJ legde artsen boetes op tot wel €10.000, wat tot rechtszaken leidde. Op 18 november behandelt de Raad van State een hoger beroep tegen een groep artsen, terwijl de juridische strijd inmiddels al 3,5 jaar duurt.

De rol van Fleur Agema
In augustus 2021 uitte Agema als Kamerlid haar verbijstering over de sancties tegen artsen. Ze noemde het destijds een "doodenge ontwikkeling" en verwees naar een artikel dat de strafmaatregelen tegen huisarts Elens toelichtte. Echter, in haar huidige rol als minister lijkt ze het beleid van haar voorganger, Hugo de Jonge, niet alleen voort te zetten, maar ook actief hoger beroep in te stellen tegen artsen.

Huisarts Jan Vingerhoets, die een open brief aan Agema schreef, bracht bewijs naar voren: een officiële brief waarin namens de minister hoger beroep wordt aangetekend. "Het is de minister die dit in gang zet," stelt hij, "en zij kan het ook intrekken."

Een minister met gaten in haar dossier
Tijdens een interview met verslaggever Jonathan Krispijn van ON ontkende Agema op de hoogte te zijn van de vervolging van artsen. "Ik moet dit uitzoeken," zei ze, verwijzend naar de scheiding der machten. Volgens Vingerhoets is dit echter een onjuiste voorstelling van zaken. "De scheiding der machten heeft hier niets mee te maken; de minister is verantwoordelijk."

Artsencollectief-lid Alexander van Walraven uit zijn frustratie: "Het is bizar dat iemand die eerder kritisch was, nu claimt van niets te weten. Ze weet het wel, en ik vrees dat ze liegt."

Een belofte zonder garantie
Agema beloofde de zaak te bekijken en later inhoudelijk te reageren, maar voor artsen die hun Hippocratische eed volgden en nu boetes boven het hoofd hangt, is de tijd kostbaar. Van Walraven: "Als dit beleid niet stopt, gaan er zaken verloren. We hebben niet de middelen om deze juridische strijd eindeloos te voeren."

Met het hoger beroep op 18 november in aantocht blijft het onduidelijk of Agema zal ingrijpen. De hoop onder de artsen is dat ze vóór die datum de boetes intrekt, maar het vertrouwen in haar intenties lijkt broos.