Dagelijkse lezing en bezinning: Woensdag 17 juli 2024, in de 15e week door het jaar.

5 months ago
11

Z. Martelaressen van Compiègne (gedachtenis)
+ 17 juli 1794 Parijs.
Onder invloed van de antiklerikale krachten van de Franse Revolutie werd alle kloosters opgedragen deze levenswijze op te geven omdat ze niet in overeenstemming was met de Rede, die met de revolutie de overwinning had behaald. De zusters van de Karmel in Compiègne lieten echter weten dat ze deze vorm van samenleven uit vrije wil op zich hadden genomen en niet wensten te verlaten. In 1793 werden de zusters op staat gezet. Hun overste zorgde ervoor dat ze in groepjes bij trouw gebleven katholieken werden ondergebracht. Intussen hielden ze onderling contact en probeerden hun kloosterlijke levenswijze voort te zetten. Eind juni 1794 werden de 16 karmelietessen gearresteerd en op 13 juli zette men hen op transport naar Parijs. Hier werden ze opgesloten in de hoofdgevangenis Conciergerie en enkele dagen later ter dood veroordeeld. Op een open kar werden ze naar Vincennes overgebracht en overal klonken beschimpingen en scheldwoorden, totdat een der zusters het Salve Regina inzette. Zo werd hun schandetocht een demonstratie van toegewijd kloosterleven, want zo hadden ze altijd hun koorgebed gezongen. De namen van de martelaressen zijn alfabetisch: Angelica Roussel, Anna Pebras, Annamaria Thouret, Catharina Soiron, Julitta Verolot, Maria Brard, Maria de Croissy, Maria Dufour, Maria Magdalena Lidoine, Maria Meunier, Maria Trézel, Marianna Brideau, Marianne Hanisset, Marianna Piedcourt, Rosa Chretien de Neufville en Theresia Soiron. Ze werden begraven op het kerkhof Picpus. Zaligverklaard in 1906. Hun lotgevallen inspireerden Georges Bernanos tot zijn toneelstuk Dialogues des Carmélites (1949), dat als basis diende voor Francis Poulencs gelijknamige opera (1957) en verfilmingen van Philippe Augustini (1960) en Gildas Bourdet (1989).

Loading comments...