DEEL 2 - EZECHIËL 9 | HET GERICHT OVER DE GEMEENTE | BIJBELSTUDIE PRESENTATIE

LET OP: DIT IS DEEL 2 VAN DE 3

“Bestudeer het negende hoofdstuk van Ezechiël. Deze woorden zullen letterlijk vervuld worden, echter strijkt de tijd voorbij, en de mensen slapen. Ze weigeren om hun ziel te verootmoedigen en zich te bekeren. Nog heel even zal de Heere verdraagzaam zijn richting het volk aan wie zulke grootse en belangrijke waarheden zijn onthuld, maar die weigeren om deze waarheden in hun individuele ervaring in de praktijk te brengen. De tijd is kort. God roept. Zult u het horen? Zult u acht slaan op Zijn boodschap? Zult u zich bekeren voordat het te laat is? Spoedig, zeer spoedig zal iedere zaak voor eeuwig zijn besloten.”

E.G. White, Manuscript Releases Volume 1, 26 September 1909, p.260

“Door alle eeuwen heen zijn vermaningen, waarschuwingen en correcties door de Heer aan Zijn gemeente gegeven. Deze waarschuwingen werden in de dagen van Christus veracht en verworpen door de eigengerechtigde Farizeeën, die beweerden dat zij zulke vermaningen niet nodig hadden, en vonden dat zij onrechtvaardig bejegend werden. Zij wensten het woord van de Heer door Zijn dienstknechten niet aan te nemen, omdat het niet overeenkwam met hun neigingen. Als de Heer vandaag voor dit soort mensen rechtstreeks een visioen zou geven, waarin Hij hen zou wijzen op hun fouten, hun eigengereidheid zou berispen en hun zonden zou veroordelen, zouden zij net als de inwoners van Nazareth in opstand komen, toen Christus hen hun ware gesteldheid liet zien.

Als deze mensen hun hart niet vernederen voor God, en als zij de influisteringen van Satan blijven koesteren, zullen twijfel en zonde bezit nemen van het hart, en zullen zij alles in een vals licht zien. Laat het zaad van de twijfel eenmaal in hun hart gezaaid worden, en zij zullen een overvloedige oogst binnen moeten halen. Zij zullen zo ver komen dat zij wantrouwig en ongelovig komen te staan tegenover de waarheid, die zo duidelijk is voor anderen die zich niet met ongeloof hebben ingelaten. Zij die hun geest scholen om alles aan te grijpen wat kan dienen hun twijfel vaste voet te geven, en dit op anderen willen overbrengen, zullen altijd gelegenheid tot twijfelen vinden.

Zij zullen alles bekritiseren en in twijfel trekken wat te maken heeft met het ontvouwen van de waarheid, ze zullen kritiek hebben op het werk en de positie van anderen, en kritiek uiten op elke tak van het werk waar zij zelf geen deel aan hebben ( ... ) Zij zullen zich verlustigen in de zonden, vergissingen en fouten van anderen, ‘totdat’, zegt de engel, de Heer Jezus zal opstaan van Zijn bemiddelend werk in het hemelse heiligdom en zich zal bekleden met klederen van wraak en hen tijdens hun onheilige feest zal overvallen, en zij zullen ontdekken dat zij niet gereed zijn voor het bruiloftsmaal van het Lam.”

E.G. White, Getuigenissen voor de Gemeente Volume 5, p.561

“Zo zullen op de grote dag van de uiteindelijke verzoening en het onderzoekend oordeel alleen de gevallen van Gods kinderen worden onderzocht. Het oordeel over de ongelovigen is iets heel anders en vindt later apart plaats. ‘Want het is nu de tijd, dat het oordeel begint bij het huis Gods; als het bij ons begint, wat zal het einde zijn van hen, die ongehoorzaam zijn aan het evangelie Gods?’ (1 Petrus 4:17)”

E.G. White, Het Grote Conflict, p.343

“En ik zag hoe DE HEERE in de hemel Zijn zwaard aan het slijpen was om hen om te hakken. O dat iedere koude, lauwwarme predikant zich het reine werk zou realiseren dat GOD op het punt staat te doen onder Zijn belijdend volk! Geachte vrienden, misleidt uzelf niet wat betreft uw toestand. U kunt GOD niet misleiden.”

E.G. White, Testimonies for the Church Volume 1, p.189