
-
White Widow - The Samantha Lewthwaite Conspiracy (2014)
DDeGrijzeDuifBack up for: https://www.dailymotion.com/video/x1cetpk Jon Ryman A Sentinel Media Documentary investigating the "World's Most Wanted Woman" : Samantha Lewthwaite, also known as the "White Widow". Produced by Jon Ryman. 7/7 London Bombings 200525 views -
7/7 London Bombings - What Did They Know (2011)
DDeGrijzeDuifhttps://wideshut.co.uk/77-what-did-they-know-london-bombings-documentary/ Back up for: https://www.youtube.com/watch?v=PrJIZyLJv4Y 7/7 London Bombings 2005 http://julyseventh.co.uk/ Tom Secker www.spyculture.com https://web.archive.org/web/20240000000000*/www.investigatingtheterror.com Keelan Balderson https://wideshut.co.uk/ 24 dec 2011 "7/7 What Did They Know?" is a new London Bombings documentary from WideShut.co.uk, exploring the intelligence that was available to the police and security services prior to the July 7, 2005, bombing attacks. http://wideshut.co.uk/77-what-did-the... - Officials claim they had no inkling of what was to befall London, but using newspaper reports, testimony and evidence from the inquest, the film reveals that Britain was warned continuously about threats to the Underground, actively planned to prevent them and had specific knowledge that two of the alleged bombers were involved in terrorist related activities. More shocking is the evidence that during the 90s there was a semi-secret Government policy to allow extremists to operate in Britain and even send young men to terror training camps in Pakistan, when it suited Blair's foreign policy in the Balkans. Furthermore there's a possibility that extremists who surrounded the alleged bombers before the attacks had all at some point worked for British or allied intelligence agencies. With the limited scope of the inquest, family members are still calling for an independent public inquiry to get to the bottom of this devastating tragedy. For an extensive archive of 7-7 related information visit: http://julyseventh.co.uk For a closer look at the lackluster police investigation and historically similar cases watch Tom Secker's 77 Crime and Prejudice: • Video Buy a hard copy DVD: http://wideshut.co.uk/donate75 views -
Andere Tijden S2005E12 - Metrobom (2005-11-15) NPO
DDeGrijzeDuifMetrobom https://anderetijden.nl/aflevering/411/Metrobom Een aanslag op de Amsterdamse metro op het nippertje verijdeld – geen nieuws van vandaag, maar van februari 1975. Linkse actiegroepen kregen destijds de schuld, maar het plan kwam van rechts. In Andere Tijden de man achter de bom die niet afging maar wel een politieke explosie veroorzaakte. 15 november 2005 Metrobom Andere Tijden Metrobom metro_web Bekijk Video 26 min Een ernstige mededeling Het is een bijzondere vergadering van het college van B&W op 14 februari 1975 in Amsterdam. Nadat de wethouders zich, zoals elke vrijdagochtend, klokslag 10.00 uur rond de vergadertafel hebben geschaard, komt burgemeester Samkalden met een belangrijke mededeling. Die nacht heeft de politie in de Bijlmermeer drie mannen gearresteerd. Ze waren in het bezit van explosieven waarmee ze een metrotreinstel op het proeftraject van de oostlijn hadden willen opblazen. Roel van Duijn, Politieke Partij Radicalen (PPR)-wethouder in het linkse program-college, heeft de gang van zaken in de vergadering op z’n netvlies staan: “Samkalden kwam te laat binnen vanuit zijn eigen vertrek met een buitengewoon ernstig gezicht en hij zei: ‘Ik ben verlaat, want er is iets vreselijks gebeurd. We hebben een bom gevonden bij de metrowerken in de Bijlmer en we moeten er iets tegen ondernemen...’ En Verheij zei onmiddellijk: ‘We moeten een verklaring uitgeven dat die mensen die die bom hebben gelegd samen werken met de actievoerders in de Nieuwmarktbuurt.’ Verheij had meteen een plan klaar, dus ze hadden dat waarschijnlijk al ’s nachts door de telefoon voorgestoofd. En Lammers zei: ‘Iedereen moet de verklaring onderschrijven en iedereen die dat niet doet, die lazert maar op’.” Het driemanschap dat in feite de dienst uitmaakt in Amsterdam - wethouder Han Lammers (PvdA), loco-burgemeester Harry Verheij (CPN) en burgemeester Ivo Samkalden – is overtuigd. De verijdelde aanslag op de metro is volgens hen het voorlopige dieptepunt in een reeks van geweld en bedreigingen van actiegroepen die de bouw van de metro proberen te traineren. Daarom moet B&W de anti-democratische methodes van dit soort groepen in een persbericht scherp veroordelen. Wethouder Cees de Cloe (PvdA) licht de redenering van het college toe: “De aanslag kwam hard aan uiteraard. Het paste in de escalatie van geweld en dreigingen die toen aan de orde van de dag waren. Maar zoiets ernstigs hadden we nog niet meegemaakt...In de discussie die we hadden, ook met Samkalden, zagen we de aanslag vrij snel in het kader van het verzet tegen de metro. Er waren bommen gevonden, kennelijk met de bedoeling om de aanleg van de metro te saboteren. Dus was het logisch om te veronderstellen dat het een actie tegen de bouw van de metro was.” Maar niet iedereen in het college volgt dezelfde logica. Er zijn twee wethouders die serieus twijfelen. Riethof Ruzie in het college Roel van Duijn wantrouwt de doortastendheid van zijn collega’s: “Ze waren gebeten, en op hun manier angstig en krampachtig en dat verborgen ze achter een ontzettend zelfverzekerd optreden.” Voor Van Duijn, die de brandhaarden van het verzet tegen de metro in de Nieuwmarktbuurt vrij goed kent en daar een deel van zijn achterban heeft, staat helemaal niet vast dat de daders uit die hoek komen. Op z’n minst, vindt hij, moet de politie eerst maar eens nader onderzoek doen voordat B&W met een verklaring naar buiten komt. Z’n weigering om mee te gaan met de rest van het college levert hevige ruzie op. Van Duijn: “Er was een vreselijke spanning, beschuldigingen vlogen over en weer...ik werd in hetzelfde verdachte hoekje gezet als de mensen van de Nieuwmarktbuurt. En op een gegeven moment stuift Verheij op en zegt: ‘Nu ga je er uit, of ik lazer je er uit, ik timmer je er uit!’ Eigenlijk was ik van plan om op dat moment naar de wc te gaan, maar ik ging weer zitten en zei: ‘Ik ben gekozen als wethouder en mijn standpunt is volkomen redelijk, dus denk maar niet dat ik opkras’.” Ook Huib Riethof, wethouder van verkeer en vervoer voor de Pacifistisch Socialistische Partij (PSP), heeft connecties met de actievoerders en is niet onmiddellijk overtuigd van hun schuld. Maar hij durft minder openlijk dan Van Duijn te rebelleren. Tijdens een schorsing probeert hij stilletjes meer informatie over de daders los te krijgen van Samkalden maar de burgervader wimpelt hem af door te zeggen dat hij niks weet. Vervolgens doet Riethof een poging de concept-tekst af te zwakken: “Er was al een tekst klaar, die was volgens mij door Verhey en Lammers gemaakt. En toen heb ik gezegd: elke suggestie dat het is gedaan door de actievoerders, moet eruit. Want het is zeker dat die het niet zijn.” Eén alinea van de verklaring wordt volgens Riethof aangepast. Maar wat over blijft, is nog steeds een duidelijke beschuldiging aan het adres van de raddraaiers in de Nieuwmarkbuurt. Riethof tekent en daarmee blijft Van Duijn de enige dissident. Enkele passages uit het perscommuniqué dat uiteindelijk het licht ziet: “Het college is ernstig bezorgd over de situatie die aan het groeien is en is verontwaardigd en verontrust over de strijdmethoden, die door bepaalde groepen worden gehanteerd en voorgestaan. Met name moet worden gewezen op het tegen het parlementaire stelsel van democratische besluitvorming gerichte karakter van het optreden van deze groepen....Illustratief zijn...Het hedenmorgen ontvangen bericht over een vermoedelijke gewelddadige aanslag...Het bijeenbrengen van buitenlandse groepen in de Nieuwmarkt...De sfeer van terreur waarvan tal van waarnemers in het Nieuwmarktgebied getuigen....”In de slotalinea wordt fijntjes de positie van Van Duijn duidelijk gemaakt: “Het college, met uitzondering van wethouder Van Duijn, meent dat de waakzaamheid hiertegen geboden is...” Oorlog De verijdelde bomaanslag komt in een klimaat van grote en kleine irritaties die op dat moment sowieso in Amsterdam worden uitgevochten. Alles concentreert zich rond de strijd over de metro. In 1968 al neemt de gemeenteraad het besluit om een metronet aan te leggen met vier lijnen dwars door de oude stad. Er zal veel afgebroken moeten worden maar dat past in de toenmalige plannen: grootschalige vernieuwing. Met de bouw van de eerste lijn, de oostlijn naar de Bijlmermeer, wordt in 1970 begonnen. Maar naarmate de consequenties van de bouw van deze lijn voor het centrum van de stad - sloop van een groot deel van de Nieuwmarktbuurt - zichtbaar worden, neemt het verzet hiertegen toe. Aanvankelijk komen de tegenstanders met een alternatief plan voor het tracé van de metro waarvoor nauwelijks huizen afgebroken hoeven worden. Maar wanneer gesprekken hierover met het gemeentebestuur stranden, neemt de grimmigheid toe. Gepokte en gemazelde actievoerders stromen naar de oude buurt en kraken de woningen die voor een deel al door de oorspronkelijke bewoners verlaten zijn. Het is duidelijk: zij zullen zich niet zonder slag of stoot uit de huizen laten zetten. Het gemeentebestuur staat begin 1975 voor het dilemma; wil de bouw van de metro voortgang maken dan zullen de huizen op korte termijn ontruimd moeten worden. Dat wordt oorlog, zo menen ze op het stadhuis. Dat wordt oorlog, nemen ook de actievoerders zich voor. Samkalden, Verhey en Lammers tonen zich in de strijd rondom de metro onwrikbaar. “Omdat het regenten waren van de klassieke soort”, aldus Luud Schimmelpenninck van Wijkcentrum d’Oude Stadt in de Nieuwmarktbuurt. Maar dat is te simpel. De Amsterdamse CPN van wethouder Verhey is al jaren de felste voorstander van de metro; het zorgt voor werkgelegenheid en met het pleidooi voor (burgerlijke) kleinschaligheid heeft de partij, die traditioneel in grote lijnen denkt, weinig op. Ook Han Lammers is, voor zover valt na te gaan, een oprechte voorstander het metronet; de stad kan alleen meedoen in de vaart der volkeren door grootschalig ingrijpen in de infrastructuur. Beiden krijgen echter niet alleen te maken met verzet van buitenaf maar ook van binnenuit. Binnen de PvdA van Lammers groeit in de loop der jaren een spraakmakende minderheid die alsnog van de plannen af wil zien. En het linkse program-college van CPN, PvdA, PSP en PPR, dat in september 1974, het bestuur van de stad op zich neemt, heeft zich weliswaar formeel geconformeerd aan de taak het democratisch genomen metro-besluit uit te voeren maar overtuigend is die rol niet. Roel van Duijn legt zich als openlijk tegenstander van het voorgenomen metro-traject slechts morrend neer bij besluiten en Huib Riethof laveert lustig tussen de ‘hippies’ binnen de PSP en de ‘macho’s’ van B&W heen en weer. “Ik denk dat er bij de burgemeester, bij een deel van de PvdA en bij de CPN, iets was van: dat anarchistische gedoe in Amsterdam moet maar eens afgelopen zijn”, aldus Huib Riethof. De bestuurders willen daadkracht tonen. Er is een sfeer in de stad van groot wantrouwen tegen de autoriteiten, dat was niet verminderd door het kabinet Den Uyl of het linkse programcollege. Voor het driemanschap ongetwijfeld een reden om juist het metro-besluit met extra kracht ter hand te nemen; zij zullen zich niet laten kisten! En een charlatan als Roel van Duijn, die door de PPR tot grote schrik van iedereen als wethouder naar voren is geschoven, zijn ze sowieso liever kwijt dan rijk. En dus biedt de verijdelde bomaanslag een unieke kans. Van Duijn: “De verklaring van B&W was bedoeld om de Nieuwmarktbuurt in diskrediet te brengen bij de bevolking in het kader van de psychologische oorlogsvoering en om mij in een onmogelijke positie te brengen. Als ik zou tekenen, zou mijn partij zeker gezegd hebben: ‘lazer op, je vertegenwoordigt ons helemaal niet’. Als ik niet tekende, was ik voor het college een splijtzwam binnen eigen gelederen. Dat was dus een moeilijk moment. Maar ik heb toch maar gekozen voor het laatste.” Baank Schaakborden De strijd is op vele schaakborden gestreden en kent menig winnaar en verliezer. Huib Riethof probeert in de dagen na de verklaring de opwinding binnen de PSP tot bedaren te brengen maar schopt daarbij zozeer tegen het zere been van B&W dat hij tenslotte van iedereen het vertrouwen verliest: hij moet aftreden als wethouder. De actiegroepen in de Nieuwmarkt vieren voorlopig een morele overwinning maar een paar maanden daarna neemt het gemeentebestuur revanche: de Nieuwmarkt wordt alsnog met veel geweld ontruimd en de oostlijn van de metro wordt naar het Centraal Station doorgetrokken. Overigens besluit de gemeenteraad datzelfde voorjaar wel de overige metrolijnen af te blazen; op dat punt kennen de actievoerders dus een langduriger overwinning. Tenslotte moeten Samkalden, Verhey en Lammers knarsetandend toezien hoe Van Duijn in de kwestie rond de verklaring glorieert; hij hoeft zich niet als de anderen middels een rectificatie in het stof te wentelen. De verhoudingen binnen het college worden er hierdoor echter niet beter op en later komt Van Duijn alsnog ten val. Terwijl ieder zo z’n eigen partijtje aan het spelen is, zitten de daders vast in de cel. Het spelletje dat zij voor ogen hadden is, ondanks de mislukking van de aanslag, op z’n minst gedeeltelijk gelukt. Joop Baank, één van de drie mannen die in de Bijlmer op heterdaad met explosieven betrapt wordt: “Eigenlijk hadden we in ons achterhoofd dat demonstranten, het linkse tuig, de schuld zouden krijgen. Omdat ze altijd zoveel rotzooi trapten...” De linkse actiegroepen zijn niet het enige doelwit in het brein van Joop Baank. Het is duidelijk dat hij ook gedreven wordt door rancune tegenover politici in het algemeen en Roel van Duijn in het bijzonder. Onomwonden noemt hij deze toenmalige wethouder de “kwal der kwallen” en hij geeft met enige trots toe dat hij enkele jaren voor de metrobom een ontvoering heeft georganiseerd waarbij Van Duijn in een auto naar België is vervoerd en daar in een weiland wordt vrijgelaten. Van Duijn: “Ik was toen ambassadeur voor de Kabouterstaat in de gemeenteraad en zijn vrouw, Jeanne Baank-Meijer, was gemeenteraadslid voor een afsplitsing van de boerenpartij...en op een avond word ik een auto ingedrukt en de chauffeur zegt: ‘gedraagt u zich waardig als een diplomaat, want u bent de gevangene van groep 7’. En hij startte de auto. Die groep 7 was een groep van zeven vrouwen die aan de gemeenteraadsverkiezingen deelnam onder leiding van die Baank-Meijer... Ik kreeg een brief in mijn handen met een oorlogsverklaring aan de kabouterstaat.” “Ja, ik was de chauffeur”, knikt Joop Baank en hij geeft enkele tellen later ruiterlijk toe dat hij ook betrokken was bij de verspreiding van biljetten in Amsterdam met de tekst: ‘f10.000,- voor het lijk van Roel van Duijn’. Wat spel is en wat ernst, valt niet makkelijk op te maken uit het relaas van Joop Baank. Had hij, met de metrobom, ook de genadeslag voor Roel van Duijn in gedachten? Rekende hij er, als een sluw politiek dier, op dat de positie van Van Duijn in het college onmogelijk zou worden? In 1975 acht de politie Baank niet in staat tot dergelijke complotten. In de dossiers staat Baank te boek als een eenvoudige geest, niet erg politiek bewust. De ontvoering van Van Duijn wordt überhaupt niet bij de zaak betrokken. Voor politie en justitie in 1975 staat vast dat er bij de metrobom nog een andere schaker in het spel is: Max Lewin, het brein achter de daad. Baank Bemoeienis van de BVD In de nacht van 16 op 17 februari wordt Max Lewin van z’n bed gelicht. De politie arresteert hem op verdenking van betrokkenheid bij de metrobom. Het is de BVD die de tip heeft gegeven; de veiligheidsdienst luistert Lewin al geruime tijd af omdat hij verdacht wordt van spionage voor de DDR en zodoende hebben ze hem horen spreken over de plannen voor een aanslag op de metro. Het is duidelijk dat de BVD Lewin ziet als brein achter de mislukte aanslag en justitie probeert dit spoor te volgen. Max Lewin heeft zich de afgelopen jaren op talloze manieren als rechtse denker gemanifesteerd: hij is mede-oprichter van de Nederlandse Volksbeweging (1958-1962), voorzitter en lijsttrekker van de Nieuw Democratische Partij (1962-1968) en mede-oprichter en voorzitter van de Partij van Nieuw Rechts (1968-1974). Daarnaast geeft hij bladen uit als Rechts-om en De Vrije Pers. Er is dus reden om Lewin, die contacten heeft met Baank, te verdenken van de aanslag op de metro om zo links in diskrediet te brengen. De onthulling, die op 18 maart 1975 via hoofdofficier van justitie mr. J.F. Hartsuiker in de openbaarheid komt, dat Lewin ondertussen ook verdacht wordt van spionage voor de DDR, maakt de zaak echter een stuk ingewikkelder. Welk vreemd dubbelspel moet Lewin dan wel niet spelen, op hoeveel schaakborden tegelijk was hij bezig? De BVD probeert er, tot op de dag van vandaag, een draai aan te geven. Frits Hoekstra, auteur van het boek ‘In dienst van de BVD’, suggereert dat Lewin zich op instructie van de Oostduitsers met de metrobom inlaat: “Gezien vanuit de ideologische motivatie van de DDR moet worden vermoed dat men wilde laten zien hoezeer er verzet nodig was tegen de almacht van de kapitalistische staat.” Maar het Openbaar Ministerie kan in 1976 voor de Amsterdamse rechtbank en in 1978 voor het Gerechtshof de beschuldigingen niet hard maken. Zowel van de verdachtmaking dat Lewin de aanstichter zou zijn van de bomaanslag als van de beschuldiging van spionage wordt hij vrijgesproken. Baank wordt daarentegen, ook in Hoger Beroep, veroordeeld tot vier maanden celstraf waarvan twee voorwaardelijk. Het relatief lichte vonnis is onder meer gebaseerd op het feit dat Baank door de rechter slechts als uitvoerder wordt gezien. Justitie veronderstelt dus nog steeds dat iemand anders de aanstichter is, maar wie, daarover tast de rechtbank in het duister. Misschien heeft de rechtbank daarmee een vergissing begaan. Zoveel jaren later verklaart Baank althans: “het was mijn idee”. Kritiek Actievoeders in de Nieuwmarktbuurt laten de aantijging in de verklaring niet over hun kant gaan. Luud Schimmelpenninck: “Ik zei onmiddellijk: ‘dit kunnen we niet nemen, we gaan naar de rechter’. Maar eerst eist Schimmelpenninck namens het wijkcentrum op 16 februari in een brief een rectificatie van B&W. Daarin staat hij des te sterker omdat hem inmiddels bekend is dat “...de bewuste aanslag is gepleegd door een ultra-rechtse groepering, leden van een schietvereniging...”. De brief beschuldigt Samkalden van bewuste manipulatie: “De burgemeester was op het moment van het uitgeven van de verklaring op de hoogte van de identiteit van de plegers van de aanslagpoging. Desondanks meende de burgemeester tegen beter weten in, in een offciële verklaring namens B&W te kunnen suggereren, dat er een relatie zou bestaan tussen de actiegroep Nieuwmarkt en de plegers van de aanslag.” Niet alleen de Nieuwmarkt staat op z’n achterste poten. Wanneer de ware aard van de daders eenmaal bekend is, buitelen de kritische commentaren over elkaar heen. Kranten schrijven bijna zonder uitzondering dat het bestuur van Amsterdam voor z’n beurt heeft gesproken. De gewestelijke vergadering van de PvdA roept de partijgenoten in B&W ter verantwoording. En bij de PSP zijn ze woest op hun enige wethouder. Riethof: “Ik heb een heel weekend lang mijn twijfels gehouden maar we gingen met het gezin ergens buiten naar een huisje dus ik was afgesneden van wat er allemaal gebeurde. En toen ik zondagavond terugkwam, was het duidelijk. Het was een volstrekt verkeerd besluit van mij geweest om te tekenen. Ik werd als grote verrader van het standpunt van mijn partij, verrader van de Nieuwmarkbuurt enz., aan de kaak gesteld. Dus ik had het niet moeten doen. Ik had toch mijn eigen verstand erbij moeten houden.” De andere wethouders en de burgemeester zijn echter niet zo deemoedig. Samkalden wordt door de gemeenteraad ter verantwoording geroepen en verdedigt zich met hand en tand. Hij beroept zich op een lijst met eerdere incidenten die de actievoerders op hun geweten zouden hebben om aan te tonen dat er wel degelijk reden was de methodes van de Nieuwmarkt-groepen te veroordelen. Hij beweert ook dat er in de verklaring geen rechtstreeks verband wordt gelegd tussen de bomaanslag en de actievoerders. Luud Schimmelpenninck erkent dat er in de hitte van de strijd inderdaad wel eens dingen zijn gebeurd die niet door de beugel konden maar... “dat Samkalden natuurlijk wel het maximum deed om dit te overdrijven en dat er mensen bedreigd werden, dat geloof ik niet.” In de gemeenteraad komt Samkalden echter met zijn betoog weg. Zo niet bij de rechter; het kort geding dat de actiegroepen aanspannen, draait uit op een nederlaag voor het college. Burgemeester en wethouders worden door justitie tot een rectificatie gedwongen. Beeldmateriaal BEELD Beeld & Geluid. Hilversum Promotiefilm over begin van de Bijlmer, Gemeente Amsterdam ARCHIEF Gemeentearchief Amsterdam Collectie Panholzer bij IISG, Amsterdam15 views -
Andere Tijden S2001E46 - De Argentijnse junta (76-83) (2001-03-22)
DDeGrijzeDuifOp 24 maart 2001 is het 25 jaar geleden dat de generaals in Argentinië de macht grepen. Andere Tijden schetst ter gelegenheid daarvan het profiel van die junta en beschrijft de manier waarop men te werk ging. Daarbij komt ook de figuur van de voormalige minister van landbouw Jorge Zorreguieta in beeld. https://anderetijden.nl/programma/1/Andere-Tijden/aflevering/712/De-Argentijnse-junta-76-839 views -
Andere Tijden - Al Naqba, de Palestijnse catastrofe 1948 (2000) NPO
DDeGrijzeDuifAndere Tijden gaat terug naar de kern van het Palestijns conflict: de tijd dat de staat Israel werd gesticht en Palestijnen daartoe uit hun woonplaats werden verdreven. Volgens de één de verdiende vervulling van een lang gekoesterde wens, volgens de ander een "etnische zuivering": een reportage uit Haifa, waar in 1948 tienduizenden Palestijnen hun huizen moesten verlaten. Khaled Mansour is kruidenier in een vluchtelingenkamp bij de stad Jenin, op de westelijke Jordaanoever. Mansour woont er sinds 1948, het jaar van ‘Al-Naqba’, oftewel de catastrofe zoals Palestijnen de eerste Arabisch-Israëlische oorlog noemen. Israëliërs noemen die oorlog ‘de onafhankelijkheidsoorlog’, de strijd waarin een kleine groep joodse kolonisten een enorme Arabische meerderheid weerstond en zo een joodse staat vestigde. Wat voor de één de verwezenlijking van een lang gekoesterde droom was, was voor de ander een regelrechte ramp. Voor Khaled Mansour bijvoorbeeld. Hij is afkomstig uit de stad Haifa aan de Middellandse Zee en is een van de hoofdpersonen in de documentaire ‘Al-Naqba’ van Alexandra Jansse en Benny Brunner, waaruit wij voor deze reportage mochten putten. De documentaire is weer gebaseerd op het boek ‘The birth of the Palestinian refugee problem, 1947-1949’ , van de Israëlische historicus Benny Morris, waarin de Palestijnse catastrofe minutieus wordt beschreven. De diepere oorzaak van die catastrofe liggen niet in het Midden-Oosten, maar in Europa. Haifa tot 1948 ‘de mooiste en rijkste stad van Palestina’ Khaled Mansour koestert de stad waar hij vandaan komt nog steeds. Hij heeft zelfs een van zijn kleindochters Haifa laten noemen. ‘Haifa was de mooiste en rijkste stad van Palestina’, zegt hij in de reportage ‘en de toegangspoort tot het Midden-Oosten’. Dat waren de vele immigranten uit met name Duitsland, die zich vanaf de jaren ’30 in Haifa vestigden, kennelijk met hem eens. De toestroom van deze meestal hoog opgeleide Duitsers die voor Hitler waren gevlucht, gaf zelfs voedsel aan de nodige grappen, zoals deze: ‘Twee nieuwkomers uit Duitsland hebben werk gevonden op een bouwplaats. Ze geven elkaar stenen door. Zegt de een: “Bitte Herr Professor”. Waarop de ander consequent antwoordt: “Ja, danke Herr Professor”. In 1947 was Haifa een gemengde stad met ongeveer 70.000 joodse en 70.000 Palestijnse inwoners. De joden woonden overwegend op de hellingen van de berg Carmel en de Palestijnen overwegend in de benedenstad, maar op de grens van hun ‘wijken’ woonden joden en Arabieren door elkaar, soms zelfs in dezelfde huizenblokken. ‘Christenen, joden en moslims, iedereen had een goed leven’, zegt Mansour. De joodse oud-strijder Gilead, die in de bovenstad woonde, is het met hem eens: ‘In Haifa bestond was geen spanning tussen Arabieren en joden’. Dat veranderde toen de Britten hun vertrek uit Palestina aankondigden. Antisemitisme in Europa veroorzaakt joodse emigratiegolf naar Palestina Vanaf de jaren 1880 ontvluchtten veel joden het voortwoekerende antisemitisme in Europa, dat in landen als Rusland en Roemenië zelfs regelmatig tot gewelddadige vervolging leidde. Een deel van de emigranten trok, geïnspireerd door met name de Weense journalist/schrijver Herzl, naar Palestina om op het land vanwaar de joden 2000 jaar eerder door de Romeinen waren verdreven een eigen, ‘nationaal tehuis’ op te bouwen. Palestina was op dat moment deel van het enorme Ottomaanse rijk. In 1917, aan het einde van de Eerste Wereldoorlog, verdreven de Britten de Turken uit Palestina, dat zij vervolgens tot eind 1947 onder een mandaat van de Volkenbond (later Verenigde Naties) zouden besturen. Naarmate in de jaren ’30 het antisemitisme in Europa weer toenam, nam ook het aantal joodse emigranten naar Palestina toe, tot groeiende weerzin van de Arabische bevolking die vreesde een minderheid in eigen land te worden. De Britten wisten de vrede zo goed en zo kwaad als het ging te bewaren, maar zij wisten geen oplossing voor het probleem van twee volken die aanspraak maken op één en hetzelfde land. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg dat probleem onbeheersbare proporties. Tienduizenden Europese joden, overlevenden van de Holocaust, meldden zich aan de poorten van het land van hun laatste hoop. De toestroom van nieuwkomers uit Europa leidde in de jaren 1946 en 1947 regelmatig tot gewelddadige botsingen tussen joden en Palestijnen. Maar in Haifa bleef het relatief rustig. VN verdeelt het land onder Joden en Palestijnen De situatie escaleert Ook in de jaren meteen na de oorlog slaagden de Britten er niet in de politieke aspiraties van joden en Palestijnen met elkaar te verzoenen. De joden eisten een eigen staat, die de Arabieren op wat zij als hun grondgebied beschouwden niet wilden toestaan. Om het probleem niet nog groter maken, probeerden de Britten de invasie van joden uit Europa te stoppen. Joodse milities als Irgun en Stern reageerden met terreuraanslagen op Britse doelen. Daarop liet de regering in Londen, in de loop van 1947, weten dat zij haar mandaat over Palestina wilde teruggeven. De Verenigde Naties mochten het probleem verder oplossen. Op 29 november besloot de algemene vergadering van de VN het land te verdelen tussen joden en Palestijnen. Op 55% van het grondgebied zou een joodse staat komen, op de resterende 45% een Palestijnse. Khaled Mansour herinnert zich dat ‘iedereen op de avond van de stemming in New York boos was, en we organiseerden demonstraties’. Op verschillende plaatsen in Palestina vielen gewapende Arabieren joden aan. Landen als Egypte en Jordanië kondigden aan dat zij hun Palestijnse broeders te hulp zouden schieten op het moment dat de Britten zich zouden terugtrekken. De slag om Haifa Op 21 april 1948 trok het Britse leger zich terug uit Haifa. De vreedzame samenleving van joden en Arabieren was toen al verleden tijd. In afwachting van het besluit van de Verenigde Naties hadden milities van beide partijen in de loop van 1947 al posities ingenomen aan de scheidslijn tussen de joodse en Arabische wijken. Haifa had een grote olieraffinaderij waar beide groepen nog wel vreedzaam samenwerkten. Tot december 1947, totdat joodse terroristen 7 Arabieren bij de poort van het complex opbliezen en Palestijnse moordenaars als vergelding 39 joodse arbeiders afslachtten. Een aantal welgestelde Arabische families besloot toen al de stad te verlaten en tijdelijk hun heil elders, bijvoorbeeld in Beiroet, te zoeken. De meeste zouden Haifa nooit meer weerzien. Op de dag dat de Britten vertrokken, ging de belangrijkste joodse militie, de Hagana, namelijk meteen in de aanval. Vanaf de berg Carmel bestookte de Hagana de Arabische benedenstad met mortieren. De Palestijnse militie, slecht bewapend, slecht geleid en ongedisciplineerd, bood nauwelijks weerstand. Na 24 uur van vrijwel onophoudelijke beschietingen, sloeg de Arabische bevolking in paniek op de vlucht. De reactie van de joodse leiders in Haifa op de Palestijnse vlucht was ambivalent. De joodse burgemeester van de stad, Shabtai Levy, riep de Arabieren op niet weg te gaan. Maar aan Palestijnse zijde overheerste de angst. Twee weken eerder had een joodse strijdgroep een slachting aangericht onder de bewoners van Deir Yassin, een dorp bij Jeruzalem. De Palestijnen in Haifa kregen, na 24 uur te zijn beschoten, van hun leiders te horen dat hen een zelfde lot beschoren zou zijn en vluchtten over zee. Oud-strijder van de Hagana Gilead vertelt in de reportage dat hij, meteen na het vertrek van de Palestijnen, hun deel van de stad introk en daar een ‘spookstad’ aantrof. ‘Plotseling waren ze er niet meer’. ‘Ze’ waren de 70.000 Palestijnen die kort daarvoor nog in de stad hadden geleefd. ‘Ik was erg blij….blij is misschien niet het goede woord…’ De slag om Haifa was een keerpunt in de oorlog van 1948. Vanaf dat moment kreeg de Hagana vrijwel overal de overhand in de strijd. Volgens de Israëlische historicus Benny Morris hadden de joodse leiders in Palestina aan het begin van de oorlog geen groots plan om de Palestijnen te verdrijven, maar net als Hagana-strijder Gilead waren de meeste wel erg tevreden met hun vertrek. Op 14 mei 1948 riep David Ben-Gurion in Tel Aviv de staat Israël uit. Zijn regering zou niet veel later besluiten dat de vluchtelingen geen recht hadden op terugkeer naar hun oude woonplaatsen. Dat standpunt huldigt de Israëlische regering tot de dag van vandaag. Khaled Mansour uit Haifa kwam, na ettelijke omzwervingen, terecht in een (permanent) vluchtelingenkamp bij de stad Jenin op de westoever van de Jordaan. Tot 1967 was dat Jordaans grondgebied. Toen veroverde Israël, in de Zesdaagse Oorlog, ook dat deel van Palestina. Anders dan in 1948 vluchtte hij in 1967 niet. Op de westoever van de Jordaan woedt nu opnieuw een hevige Palestijnse opstand tegen Israël. En de man die zijn kleindochter Haifa liet noemen, heeft niets vergeten. Tekst: Matthijs Cats Bronnen BEELDEN Het item in Andere Tijden is een bewerking van de documentaire ‘Al Nakba’ van Alexandra Jansse en Benny Brunner uit 1998. De archiefbeelden (afkomstig uit het Nederlandse Audiovisueel Archief) zijn toegevoegd door Andere Tijden. Literatuur De documentaire Al Nakba is gebaseerd op het boek: The birth of the Palestinian refugee problem 1947-1949, van de Israelische historicus Benny Morris. https://anderetijden.nl/programma/1/Andere-Tijden/aflevering/634/Al-Naqba-de-Palestijnse-catastrofe-1948 Andere Tijden gaat terug naar de kern van het Palestijns conflict: de tijd dat de staat Israel werd gesticht en Palestijnen daartoe uit hun woonplaats werden verdreven. Volgens de één de verdiende vervulling van een lang gekoesterde wens, volgens de ander een "etnische zuivering": een reportage uit Haifa, waar in 1948 tienduizenden Palestijnen hun huizen moesten verlaten. https://anderetijden.nl/programma/1/Andere-Tijden/aflevering/634/Al-Naqba-de-Palestijnse-catastrofe-194821 views -
-